|
|||||
Macro watte?In de onverwarmde Red Sea Max wordt de roodrugparadijsvis gehouden in water dat regelmatig wordt ververst. VerwijzingenIn dit artikel wordt op sommige plaatsen verwezen naar andere websites. |
Vandaag was
het zover, de eerste vissen hebben hun intrede in de RSM gedaan! En wel een koppeltje Macropodus erythropterus. Macrpodus behoort tot de familie van de Osphronemidae (echte goerami's) en de orde van de Perciformes (baarsachtigen). Beter bekend als de roodrugparadijsvis en dat is weer een labyrinth vis De Macropodus erythropterus komt volgens opgave uit de buurt van "Dong Hoi", Vietnam en is omstreeks 2002 als eerste door Herder & Freyhof in Duitsland geimporteerd. Macropodus erythropterus heeft in vergelijk met andere paradijs vissen een meer puntige kop, een roodachtige deel in de rug en is onder de laterale lijn meer blauwachtig. Deze Paradijsvis soort moet in niet te kleine bakken gehouden worden. Belangrijk is een dichte beplanting en drijfplanten. De temperatuur moet niet meer dan 25°C bedragen. Deze soort houdt van zacht en licht zuur water maar kan ook prima in harder en minder zuur water gehouden worden met een Dh van 15. Daarbij is een regelmatige waterwissel wel belangrijk Macropodus erythropterus is een agressieve soort, het is daarom erg belangrijk om voor voldoende schuilplaatsen te zorgen voor de vrouwtjes; een inrichting met een dichte beplanting en hier en daar wat hout biedt al veel schuilgelegenheid. Deze soort is ook agressief tegen andere labyrintvissen. Het is daarom aan te raden Macropodus erythropterus alleen te houden. Jan KlungersVoormalig eigenaar en hobby kweker Jan Klungers vindt deze vis misschien wel één van de allermooiste paradijsvissen. Jan is overigens een autoriteit als het om het op alternatieve wijze kweken van aquariumvissen gaat. Per soort kweekt Jan slechts kleine aantallen vissen, genoeg om zijn bestand te handhaven en te verbeteren. Regelmatig heeft hij vissen beschikbaar om met andere liefhebbers uit te wisselen of om mensen met een soort op weg te helpen. Jan heeft voor zijn vissen een vissenkamer beschikbaar met een 25 tal aquaria en een 20 tal kleine bakjes van 25 liter of minder. Deze vissenkamer wordt in het winterhalfjaar bij verwarmd met een cv radiator. De temperatuur van de bovenste aquaria varieert dan van 15°C tot 18°C. De temperatuur van de onderste aquaria varieert van 12°C tot 15°C. 's Zomers zijn de temperaturen natuurlijk veel hoger, afhankelijk van de buitentemperatuur. Een deel van zijn vissen houd hij zomers buiten. Jan heeft hiervoor maar liefst een 15-tal kuipen, ieder met 150 liter water, in zijn tuin ingegraven! Want waar ter wereld, vraagt Jan zich af, is het jaarrond dag en nacht 25°C? Komen niet veel aquariumvissen uit gebieden waar periodes van koelte afgewisseld worden met warme periodes? Daarnaast heeft hij nog een tweetal wat grotere vijvers en een aardewerk kuip die op het terras staat. Een aantal van zijn vissoorten is zelfs winterhard en blijft het hele jaar rond buiten!
De verwachting was dat ik wel minimaal een dag geduld zou moeten oefenen alvorens het koppel zich zou laten zien. Niets was minder waar! Na zich een uurtje verstopt gehouden te hebben begon het koppel de RSM te inspecteren! Opvallend was dat beiden als eerste het gehele gebied rond de uitstromer verkende. Daar bevond zich op dat moment wel het meeste van allerlei drijfspul. De eerste beestjes hebben hun intrek in de RSM genomen en dit dankzij de moeite die mensen als Jan Klungers zichzelf getroosten om soorten ook buiten het vangstgebied in stand te houden. Jan behoort ongetwijfeld tot een zeldzaam soort mens die het belangrijk vind dat soorten zuiver blijven en dat ook generaties na hem van dit soort schoonheden kan genieten. Of het nu gaat om visjes of vogels, olifanten of termieten... Zij hebben een plek op deze aardkloot veroverd lang voordat wij om de hoek kwamen gluren. Jan bedankt! |
||||
Naar boven | |||||