Het is jaren geleden dat ik je voor het laatst gesproken heb. Misschien wel tien jaar, of nog langer. Sindsdien heb ik je af en toe met je verjaardag of met de kerst een kaartje gestuurd maar een antwoord heb ik nooit van je ontvangen. Ik ben wel eens bij je huis langs gereden. Een beetje vervuld met vrees omdat ik niet wist hoe je zou reageren. Maar thuis was je toen niet.
Op mijn telefoontjes reageer je niet. Niet als ik bel van mijn mobiel en ook niet als ik bel vanaf mijn huistelefoon. Die ene keer dat je opnam was toen ik belde vanaf een ander toestel. Je zei me toen, nog voordat ik je kon uitleggen waarom ik belde, dat ik je met rust moest laten. Dat ik je niet lastig moest vallen. Nou ja, eigenlijk wist je al waarom ik belde. Want ik had je die week verschillende SMS'jes gestuurd. SMS'jes waar ik overigens geen enkel teken van leven van je op ontving. Ook niet dat je me niet wilde spreken en dus nam ik tegen beter weten aan dat je je mobiel alleen voor het werk gebruikte of zoiets. En daarom besloot ik je maar thuis te bellen.
Ergens had ik wel een beetje die reactie van je verwacht. Het leek me erg sterk dat je toevallig op al die tijden dat ik je belde er niet zou zijn. Maar ja misschien zit je wel in de bak, dacht ik. Of kon je om een andere reden niet antwoorden. Ja weet ik veel... Je hebt in ieder geval geen moeite gedaan om te verdwijnen. Op je webstek staan zowel het nummer van je huisadres als dat van je mobiel. Logisch natuurlijk... want ja, jij moet ook eten. De klanten moeten je wel kunnen bereiken natuurlijk...
Afijn, je boodschap is duidelijk. Je wilt niets met mij te maken hebben. Waarom weet ik niet, want ik denk dat ik toch zo'n beetje de laatste ben die moeite doet deed om contact met je te houden. Je hebt me ook nooit gezegd waarom je geen contact meer wilt. Ik kan er natuurlijk wel naar raden maar ja, dat snijdt ook geen hout. In ieder geval negeer je mijn telefoontjes. En dus heb ik je de laatste keer per sms laten weten dat ik een paar dingetjes van vroeghur van je heb. Met de vraag wat ik hiermee moest. Dat ik het weg zou gooien als je niet zou reageren.
Dat laatste was ik eerst niet van plan. Ik wilde ondanks je weigering dat koffertje in een grote plastic zak inpakken en in de kelder opslaan. Totdat ik je weer eens zou ontmoeten. Dan zou ik het je kunnen geven. Eens... Ik wilde er moeite voor doen om dat stukje van jouw geschiedenis, die oude foto's, je schoolrapporten van de lagere school en dat poëzie album voor je te bewaren. Tezamen met je oude gitaar. Je weet wel, dat ouwe hippie ding. Door jou beschilderd in de gekste kleuren. Voorzien van glitters. En een paar slierten. Weet je dat er nog maar twee snaren op zitten zaten?
Maar je wilt het niet hebben...
Het valt me van je tegen dat je me als oud vuil behandeld. Want zo ver ik weet heb ik je nooit iets gedaan. De anderen ook niet trouwens. Maar toch doet dit je allemaal niets. Ram je die ouwe man in elkaar als je hem s'avonds in het café tegenkomt. En trap je die oude vrouw telkens maar weer op haar ziel. Ik zou bijna zeggen dat je ervan geniet.
Na al die jaren ben ik het zat. Ik wil niet steeds meer met jouw naam in mijn hoofd zitten. En dus heb ik een besluit genomen. Ik heb je spulletjes, ja ook die oude koffer waar het allemaal in zat, in de vuilcontainer gegooid. Samen met die oude gitaar. Die paste niet en dus moest ik die eerst kapot trappen. Eén van die snaren maakte hierbij zo'n geluid dat je vaak in films hoort als eentje knapt. Het zal die oude vrouw met haar grijze haren en die vindt dat ze haar probleem tot het mijne heeft gemaakt pijn doen als ik haar vertel wat ik heb gedaan. Maar dat maakt jou niets uit. Toch?
Als ik straks je telefoonnummers uit al mijn contactlijsten verwijder is bijna alles wat mij aan jou doet herinneren verdwenen. Het laatste wat mij dan nog rest is op mijn e-mail box een opdracht aanmaken die e-mail afkomstig van jou meteen wist. Niet dat ik verwacht dat je me zult e-mailen, maar je weet maar nooit. Ik wil namelijk niet eens meer weten dat je me iets gestuurd hebt.
Sterker, ik wil niet eens meer weten dat je er nog bent. Dat je nog leeft. Je bent voor mij dood. We zullen elkaar nooit meer zien. Elkaar nooit meer in de ogen kijken. Nooit meer spreken of horen spreken.
Niet op deze aarde, en wat mij betreft ook niet in het hiernamaals.
Precies zoals je wilt.
Toch?