Het was, ik kan er een weekje naast zitten, zo rond augustus 1992 zijn dat we haar voor het eerst zagen. Lief had besloten dat het tijd was voor een verse want we hadden er al eerder eentje gehad. Veel te jong destijds. Een katertje dat in de borstzak van mijn shirt paste. En die na zo'n anderhalf jaar later als stoere bink, die niet bang was van auto's, want hé, hij reed mee op de motorkap van de mijne, in de straat naast ons huis was doodgereden...
Vanwege het gemis in huis van iets dat je begroet als je thuiskomt, moest er volgens lief dus een nieuwe komen. En we boften want een vriendin had een heel nest. Nou ja, nog een paar dan want de leukste waren al weg...
En daar zat ze dan, bovenop mijn witte Nike schoenen. Direct met de nagels er recht in. Het mormel had me op het moment dat ik de kamer betrad meteen besprongen. Een veel te klein en lelijk grijs scharminkel kauwde op één van de veters. Die heeft karakter
getrooste ik mezelf. Veel keus was er namelijk niet meer want de andere uit het nest bleken al te zijn vergeven...
Thuis gekomen wisten we niet of het beestje al zindelijk was en dachten we haar de eerste nacht maar het beste even in een doosje in de badkamer te kunnen parkeren. Dat lukte wonderwel totdat het licht uitging en het beestje zowat de halve buurt bij elkaar gilde. Tja en dan wil je natuurlijk ook weer niet als kattenmishandelaar te boek komen te staan. Ik bedoel, ook toen al had ik een naam als racistische fascist hoog te houden. En daar kon zoiets natuurlijk echt niet bij! Toch?
Aldus werd het beestje ergens op het voeteinde van het bed geparkeerd. Maar ook dat was foute boel. Uiteindelijk bracht de doos met hierin een kleedje op redelijke afstand van het bed uitkomst, en dit is tot vele jaren hierna zo gebleven. Het voor haar leeftijd veel te kleine grijze scharminkel verbleef altijd op een bepaalde afstand van ons, net buiten bereik maar ook net niet uit het zicht.
Het beestje had in de tussentijd een naam gekregen. Niet dat het veel uitmaakte want ze luisterde òf helemaal nergens naar òf, als het haar zo uitkwam, naar alles wat je haar maar naar de kop slingerde. De naam waar ze een groot deel van haar leven mee deed en die in het inentingsboekje kwam te staan, is Trufke. Ja, vraag me niet waarom maar het was de enige naam die me te binnen schoot toen we voor de eerste maal met het beestje bij de dierenarts kwamen, en deze ernaar vroeg. Gore kleine smerige k*tsmurf leek me niet echt een naam die je met goed fatsoen in zo'n boekje zet bedacht ik me net op tijd.
Omdat haar inprenting had plaatsgevonden in een gezin met een labrador, je weet wel een hond zo stom als een koe en naïef kwispelend als je em verrot scheldt of naar em fluit. Had dit tot gevolg dat Trufke zich niet altijd een kat voelde. Ik bedoel hoeveel katten komen kwispelend op je af als je fluit? Logisch dus dat bezoek spontaan in de stres schoot als iets ter grootte van een cavia razendsnel en kwispelend op ze af kwam... Een kat die zo met z'n staart zwaait moet wel levenslink zijn. Ongeacht hoe groot, of klein... Toch?
Als jongedame was Trufke een echte draak. Bijvoorbeeld als ze met haar nagels weer eens op haar gemak de hoezen van mijn langspeelplaten aan het vernaggelen was. Of het bankstel, het behang... Je herkent het misschien wel, zo schuin naar je kijkend in afwachting van wat jij gaat doen terwijl de nageltjes hun destructieve werk doen. Om als je uiteindelijk van de bank komt razensnel weg te sprinten. Een echte uitgekookte kolerelijer dus.. Als de trut het eten niet aan stond vrat ze het niet. Desnoods een hele week. Totdat lief zich in paniek naar de dierenarts repte en deze haar adviseerde een ander, lees: duurder, voer te proberen. Sommige katten houden van afwisseling zo werd er gezegd. Dat van die afwisseling klopte, zo concludeerde ik toen ik het kreng een uurtje later half uit de vuilnisbak zag bengelen omdat mejuffrouw het eten dat ze eerst verdomde op te vreten eruit probeerde te hengelen. De aanstellerige hufter!
Afijn, naarmate de jaren verstreken veranderde de onstuimige Trufke, in de delicate Truffel. Een echte fräulein die alleen van schone bordjes at en graag werd bediend. Opvallend in die jaren was dat ze, en ik durf het woord nauwelijks te gebruiken, zo leek het wel, socialer werd. Verlieten logés de jaren hiervoor helemaal door haar gek getreiterd en met bloed doorlopen oogjes en schuim op de bek ons huis.. Na jaren tolereerde ze, zo leek het wel, zomaar de kat van een goede vriend van ons. Toen het beestje weg was heeft de jongedame dagen lang het hele huis afgezocht. Ook in het pension waar we haar tijdens onze vakantie stalden bemerkten ze het verschil. Natuurlijk liet ze zich de eerste dag nog altijd gelden door naar alles en nog wat, inclusief lege manden, te blazen. De dagen erna wist ze zich, zo vertelden boze tongen, met jonge vriendjes te omringen. Thuis posteerde de dame zich midden op het bed, dan kun je namelijk lekker breeduit liggen... En ook nam ze een groot deel van de driezitsbank in bezit. Op de tweezits paste het personeel namelijk niet. En dat is lastig als je een voorkeur voor aai en knuffelsessies hebt. Vanaf dat moment was het niet meer op afstand, maar zo dichtbij mogelijk. Tot vervelens aan toe...
Jaren verstreken en ook bij Tuf, zoals ze inmiddels heette, begonnen de jaartje te tellen. Nu was ze altijd al kritisch ten aanzien van de dagelijkse prak maar op een zeker moment, nadat er een paar tanden waren getrokken begonnen we haar van regelrechte aanstellerij en luiheid te verdenken. Je weet wel, een beetje je oude leeftijd uitbuiten. Natuurlijk, hard maken kan ik het niet. Maar toch.. als het eten niet goed was geprakt protesteerden ze met een soort van gemiauw alsof ze in geen zes weken te eten had gehad. Precies juist gedoseerd qua toonhoogte en volume. Gemiauw dat je nog net hoort. Alsof het geluid er met de laatste ademteug uit wordt geperst. In die tijd ging door het ontbijt s'morgens een gemalen voedingssupplement pilletje tegen de heup artrose. Madam begon namelijk last van haar heupen te krijgen. Wat vreemd genoeg weer helemaal geen probleem was als ze ongestoord kon ontbijten zo viel het op. Dus ja, ook in het pension was een privé suite wel vereist... en thuis natuurlijk het liefst een privé butler. Anders liep madam mank...
Madam wist ook heel goed hoe te klagen over bijvoorbeeld de slechte bediening of het ontbreken van alertheid bij het personeel. Viel de prak van de dag tegen, was de aaisessie te kort, het kussentje op de bank niet opgeschud of rook de kattenbak ietsiepietsie 'muffig' kreeg je resoluut 'de reet'.
Ook bij madam kwam de ouderdom met gebreken. Ze kon soms zomaar onbedaarlijk en luid gaan staan janken. Alsof ze in paniek was om, zodra ze je zag blij op je af te komen. Even een knuffeltje halen. Er was trouwens ook iets vreemds met haar gehoor aan de hand zo bleek. Nu was dit altijd al, laten we zeggen, enigszins selectief geweest. Maar nu viel op dat ze bepaalde geluiden gewoon echt niet niet hoorde. Toegegeven, er waren andere geluiden, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van het schoteltje met eten op de plavuizen vloer waar ze in het geheel geen moeite had, maar dat zal wel toeval geweest zijn. Feit is dat ze ons vaak niet aan hoorde komen.
Waar ze op een zeker moment niet meer buiten kon waren de pijnstillers voor de heupjes. Deze vond ze echt niet lekker en moesten dus wel toegediend worden. Tja, en dat was altijd weer een lastig momentje van de dag voor de ouwe gek zoals we haar nu gekscherend noemde. Kop achterover, pilletje erin en slikken... man, de vernedering! Daar stond tegenover dat lief en ik regelmatig lapjes met een randje vet aan het snijden waren. Dat is immers beter te verteren en ook veel lekkerder dan blik. En ook zonder tandjes nog heel goed weg te happen zo demonstreerde madam...
Tuf bracht de laatste maanden eigenlijk alleen nog tijd door met slapen, een beetje op de bak zitten, eten. En met nog meer slapen. Onderbroken door af en toe een knuffelsessie. Tot het moment dat de oude dame nauwelijks de bank meer op of af kon springen. Er was hiervoor al een periode dat ze soms mis sprong, of ervan af viel. En waarbij ze dan altijd haar afkeuring met protestgemiauw uitte. Maar toen ze vlak voor onze vakantie plotseling nauwelijks de bank nog op kwam keken lief en ik elkaar aan...
We hadden haar door de jaren langzaam zien aftakelen. Maar door voeding supplementen, vitamine pilletjes, extra lekker eten, en ander maatregelen hebben we het effect van de voortschrijdende ouderdom altijd een beetje teniet kunnen doen. Toen ze zich een paar maandjes geleden stopte met wassen, deden wij dat. Voorzichtig met een washandje en kattenshampoo. We kamden haar en maakten haar weer een beetje toonbaar. Maar nu..?
We gingen een weekje op vakantie met het idee, en misschien stiekem ook wel met de hoop, dat we door het pension zouden worden gebeld dat het beestje s 'nachts in haar slaap van ouderdom was overleden. Niet dat ze er zo slecht aan toe was, maar toch. Er knaagde iets. Ik had een weekje voor onze vakantie al bij de dierenarts geïnformeerd. Zij kennen haar daar al jaren als het kleine katje dat je zelfs met twee man niet zonder handschoenen aan kunt pakken. Het katje met de twee inentingsboekjes omdat het eerste al jaren geleden vol stond met controle en vaccinatie stempels. Als het 22 jaar oude maar ó zo kleine poesje.
Net aan een week nadat we van vakantie terug waren ging het snel bergafwaarts. Ze was altijd al een klein beestje dat net aan rond de drie kilo woog. Maar dat nu met iets meer dan twee kilo een uitgemergelde en verslagen indruk maakte. En dat plots ophield een kat te zijn. Haar oude dag dreigde een lijdensweg te worden. Een weg veel te zwaar voor zo'n klein beestje. En dus heb ik de arts gebeld. Of we langs konden komen...
We hebben haar deze avond begraven. Onder een boompje, vlak bij ons huis.
Dag lieve Tuffel teut, dank dat je ons hebt gekozen...