Nu de voedingsrail er in zit wordt het tijd om te gaan kijken hoe de signaalbedrading moet worden aangelegd. Philips geeft hierover in gepubliceerde aanwijzingen aan dat er tussen de verschillende connectoren afschermde draad dient te worden gebruikt. En wijst verder op de juiste aansluiting van de massa. Ingangen van eenheden, enkele uitzonderingen daar gelaten, hebben deze op de middelste pen gesitueerd terwijl de uitgangen de massa aan één kant van de stekker hebben.
Ter illustratie hiervan staat in het boekje "Mengversterkers voor zelfbouw" bij verschillende eenheden de universele verbindingskabel afgebeeld. En omdat ik de beroerdste niet ben heb ik voor de duidelijkheid hiervan een scan gemaakt. Even voor de duidelijkheid, de linker stekker op de afbeelding is de uitgangsstekker van een mengpaneeleenheid, de rechtse voor de ingang van een volgende eenheid.
Helaas is de conditie van nogal wat van deze blauwe stekkertjes die ik in mijn bezit heb zorgelijk. In mijn voorraad zijn aan velen een behoorlijk dikke signaaldraad gesoldeerd. Kennelijk hadden de bouwers nogal wat moeite met het solderen van deze dikke bekabeling en hadden deze destijds de soldeerbout behoorlijk heet gestookt met als gevolg dat van een groot aantal stekkertjes het blauwe plastic gedeeltelijk is gesmolten. Er zijn zelfs exemplaren bij die sporen van gesmolten tin dragen.
Een test met een paar stekkertjes wees uit dat het lossolderen van de oud bedrading al snel smeltschade tot gevolg had. Lossolderen ging dus niet echt goed en daarom heb ik van een proefexemplaar met behulp van een scherp knip tangetje voorzichtig alle draden van de soldeerpunten weggeknipt. Dat is een behoorlijk tijdsintensief werkje maar het scheelt wel het nogmaals verhitten van de stekkertjes. Wat als het goed is overblijft na de knipbeurt zijn stekkertjes waar nog nauwelijks resten oude bedrading aan gesoldeerd zitten. Die kan vervolgens tijdens het solderen van de nieuwe bekabeling zo weggeveegd kan worden. Om het solderen zo snel mogelijk te kunnen laten verlopen en dus de verhitting van het plastic zoveel mogelijk te voorkomen heb ik een malletje gemaakt. Deze bestaat uit een stukje printplaat waarop een aantal aan de origineel gelijkende soldeerpennen zijn gesoldeerd. Op dit malletje worden de te solderen stekkertjes geplaatst en aangezien de pennetjes met een heel behoorlijke klodder soldeer zijn vastgezet vloeit hierdoor tijdens het solderen behoorlijk wat warmte weg. Hierdoor werd beschadiging van het plastic van de stekkertjes voorkomen en was het een fluitje van een cent om de stekkertjes te bedraden!
Om losraken van de kabel te voorkomen is deze met een kabelbindertje aan het blauwe stekkertje vastgemaakt. Dit gaat het beste als de stekker op het malletje staat. Ik gebruik hierbij een zogenaamd 'derde handje'.
Wat betreft de aansluitdraden, omdat de eenheden los zijn te schroeven dienen deze van voldoende lengte te zijn om de stekkers op de soldeerpennen te kunnen schuiven. Met als gevolg dat nogal wat mengpaneeltjes van binnen eruit zien alsof er een kluwen draden in ligt. Doorgaans liggen de draden kris kras door de kast. Er zijn ook binnenwerken waarvan de bouwer gepoogd heeft al die draden in verschillende kabelbomen te organiseren en dat maakt het geheel al een stuk overzichtelijker. Maar echt professioneel ziet dat er ook niet uit, vind ik.
Waar ik voor gekozen heb is plaatsing van een aluminium profiel waarlangs de kabels kunnen worden gelegd en waarop die met kabelbinders kunnen worden gefixeerd. Omdat ik niet van plan ben zomaar eenheden te gaan verwisselen, daar is de kast gewoon te klein voor, kan ik, omdat ik toegang tot de achterzijde van de mengeenheden via de onder en achterplaat heb, daarom alle draden zo kort mogelijk houden en aan de aluminium hoeklijn bevestigen. Deze hoeklijn is van hetzelfde type als gebruikt bij het maken van de voedingsrail maar ditmaal is er gebruik gemaakt van lange afstandsbussen om deze aan de kast vast te zetten. Hierdoor ligt de hoeklijn een stukje dieper de kast in en kunnen de signaal draden ook makkelijk achter de hoeklijn langs. Dit geeft lekker veel mogelijkheden om de signaaldraden met kabelbinders vast te zetten.
De signaaldraad, ook wel diode-kabel genaamd, bestaat uit één met wit en één met rood plastic omhulde en afgeschermde binnendraad van rond de 0,25mm2. Er is in de handel iets dunner maar ook dikker te koop. Erg veel maakt de keuze niet uit. Wel is dikker snoer natuurlijk iets stugger.
Even opletten nu: als rechter kanaal gebruik ik de rode draad (de 'R' dus van ehhhh, ow ja... 'Rood') en dat maakt natuurlijk dat het linker kanaal via de witte draad wordt getransporteerd. Als 'rechter' kanaal beschouw ik alle aansluitingen die in de schema's met een 'II' worden aangeduid. En hierdoor is het linker kanaal dus automatisch 'I'.
Nu wil het *kuch*.. toeval (yeah right!) dat ik een fikse bundel wit afgeschermd draad heb weten te bemachtigen. Dit wordt vanaf de uitgang van alle ingangseenheden gebruikt. Draden die van en naar ingang en uitgangsbussen lopen zal ik met een andere kleur afgeschermd draad uitrusten, bijna zeker is die zwart zo zag ik in de handel, zodat ook hier de functie duidelijk is. Wit afgeschermd voor interne bekabeling, de zwarte voor de verbindingen met de aansluitbussen naar de buitenwereld. Om onderling goed onderscheid van het type geluidsbron te kunnen maken zijn draden die uitkomen op de ingangseenheden van een labeltje voorzien. Das makkelijk als er straks wat los gemaakt moet worden. Kind kan dan dus eigenlijk de was doen...
Om fouten met de aansluitingen op de blauwe stekkertjes te voorkomen heb ik een bekabelingsplan opgesteld waarop de aansluitingen tussen de verschillend eenheden staan aangegeven. Het aanzicht hiervan is van bovenaf en omdat ik de beroerdste niet ben, nee écht niet! Staat dit plan hierboven...
Nou, als dàt geen gemak is weet ik het ook niet meer!