Zo ook dit jaar,.. ware het niet dat dit jaar het locje tijdens het eerste kerstrondje plots niet meer wilde rijden. Alleen door em een klein duwtje te geven wilde ie gaan. En tsja.. dat is natuurlijk niet zoals het hoort bij een digitaal geregeld Märklin 30000 locje! COAX vermoedde dat een beetje intermitterend contact bij de 2 koolborstels naar de commutator op het ankertje, het probleem zou kunnen zijn
, zo liet hij mij weten. En dus werd het locje open gemaakt, ging het motorschild eraf, werden de commutator lamelletjes een beetje opgepoetst en werd alles weer in elkaar gezet. Hop, de rails weer op,.. en 'gas' met dat ding!
Om vervolgens getrakteerd te worden op een knal! Nou ja,.. een kleintje dan. Als er 'gas' werd gegeven, dan doofde proportioneel hiermee de rijrichting verlichting. Dat was nu een soort van instelbare kortsluitregeling geworden. En de ongemakkelijke vraag drong zich op of COAX het kleine decoder printje, met opschrift KN160725A, stuk had gemaakt.
Ehhhh... owjeee... oeps!
Na van de eerste schrik bekomen te zijn, het blijft toch je locje hè? Ging de hele zaak wéér open en werd er in allerlei hoeken en gaten van het Wilde Weide Wep naar informatie over dat decoder printje gezocht. Was de uitgang hiervan nu wel, of niet, kortsluitvast? Gevreesd werd namelijk dat de motorregelingsbrug aan één kant defect was. Gelukkig zag COAX tijdens de zoveelste inspectie van het locje, de oogjes zijn immers ook niet gloednieuw meer, het licht
zoals hij het omschreef. Oftewel dat van één ontstoorcondensatortje, waarvan er twee over de motorregeling heen zitten, er eentje met een verbogen pootje sluiting naar massa maakte... Na correctie bleek de hele zaak weer normaal te werken.
Een gelukkie na een ongelukkie dus!
Snood plan
Nu was het zo dat het COAX het al tijden een beetje stoorde dat de 3 witte lampjes aan de voorzijde van het locje bij zowel het vooruit- als het achteruit rijden altijd brandden. Dit was niet echt modelgetrouw en verder zat er in de achterzijde van het locje totaal geen verlichting. In plaats daarvan was met drie zilverkleurige puntjes aangegeven waar de lampjes zouden moeten zitten. Dat moest anders kunnen! En nu de zaak toch open lag...
Door al het gehannes was het COAX namelijk opgevallen dat er nog best wat ruimte onder de motorkap van het locje beschikbaar is en zo ontstond tijdens het heen en weer ge-app tussen COAX en mij bij hem het idee om 2 rode achterlicht LEDjes in het locje te monteren die dan gewoon mee zouden schakelen met de witte verlichting aan de voorzijde. Nu lopen dit soort gesprekken met COAX doorgaans snel uit de hand omdat hij, laat ik het zo omschrijven, 'de gave heeft om in mogelijkheden te denken'. Ik keek dus niet vreemd op dat ons gesprek al snel ontspoorde in: er kan natuurlijk ook aan de achterkant 3 witte koplampjes komen en aan de voorzijde dan ook 2 rode LEDs, zeg maar voor als het locje achteruit rijdt, dan klopt het ook weer...
En aldoende begon zich langzaam maar zeker de contouren van een *kuch* projectje.., dat is een net woord voor 'snood plan', af te tekenen!
In eerste instantie was het idee van COAX om een piepklein printje met een paar op-amps erop in elkaar te gaan knutselen. Dat moest bij detectie van de rijrichting desbetreffende verlichting laten branden. Dus bij vooruit rijdend de verlichting voorop en bij achteruit,.. juist! Maar de beschikbare ruimte gooide roet in het eten. Een normaal printje met gangbare componenten paste gewoon niet en dat zou dan wel SMD-achtig moeten worden. Nu ben ik niet van plan hier heel veel over uit te weiden en daarom heb ik links in dit scherm zo'n mooie glimmende verwijzing naar een Nederlandstalige Wikipedia weppagina geplaatst. En daarom vat ik het gebruik van SMD-componenten door doe-het-zelferts even als volgt samen: hele volkstammen hebben in de jaren '80 voor het eerst met dit spul gewerkt en destijds ook zelf wel eens iets ermee gedaan. Toen ging dat, ondanks het gepriegel, met die jonge ogen nog best aardig. Maar vandaag de dag, en zeker met de nieuwste generatie SMD die nòg kleiner is, schieten die krengen bij het minste of geringste tijdens het solderen alle kanten op. Het is dan ook geen verrassing dat doe-het-zelferts tegenwoordig maar weinig succes hebben om deze componenten zo uit de losse pols fatsoenlijk op een printplaat te krijgen. Die trouwens ook steeds kleiner worden. Daarom wordt er zoveel mogelijk uitgeweken naar exemplaren met gewone aansluitdraadjes (Through Hole).
Géén SMD's voor COAX dus... hetzelfde geldt trouwens voor Eli...
Capisce amigo?
Even terug naar dat treinen spul: tijdens het speuren op forums, het wiel is immers meestal al eens uitgevonden, stuitte COAX in het Duitstalige Stummiforum op iemand die met hetzelfde probleem had geworsteld. Het bleek dat deze simpelweg een aantal instellingen in de decoder had aangepast. Nieuwsgierig geworden dook COAX daarom direct in de wereld van de 'decoderologie'. En al snel ontdekte hij via trial and error, dat zijn MS2 zowel de MFX- als DCC-protocollen ondersteunt en programmatechnisch overeenkomt met de oudere Märklin mLD-decoder! Dit zou kunnen betekenen dat de AUX uitgangen bruikbaar waren. En na wat experimenteren met CV-waarden bleek dit inderdaad het geval: alles kon worden in- en uitgeschakeld, inclusief mooie lichteffecten, zoals een flakkerend LEDje als vuurkast. Vanaf dat moment behoorde niet alleen het ouderwetse soldeerwerk van mini-LEDjes tot dit plan, maar ook het instellen van de decoder met behulp van CV-codes via de MS2.
Digitaal
Even voor de nu glazig kijkende kijkbuislezertjes: modeltreinen zijn vandaag de dag digitaal en gebruiken een digitaal signaal. Dit signaal wordt vanuit een controller zoals de Mobile Station 2 van Märklin en dat handig is afgekort tot MS2, via de rails naar alle aangesloten (digitale) treinen en accessoires gestuurd. Wanneer je op de Mobile Station 2 een locomotief selecteert wordt het digitale adres ervan gebruikt om de juiste trein aan te sturen. En hierdoor kunnen niet alleen meerdere treinen onafhankelijk op hetzelfde spoor van elkaar bestuurd worden. Maar ook allerlei accessoires zoals seinen en externe verlichting. Veel modelspoorders willen verschillende instellingen van hun locdecoders aanpassen om bijvoorbeeld betere prestaties van hun locjes te verkrijgen of met behulp van functietoetsen, waar aan CV's zijn gekoppeld, decoders extra functies geven.
CV staat voor Configuration Variabele en deze werden in het verleden door Märklin ook wel registers genoemd. Klinkt ingewikkeld maar het komt erop neer dat het instellingen in het geheugen van de decoder zijn die bepaalde functies uitvoeren. Deze CV's zijn grotendeels genormaliseerd door de NMRA (National Modelrailroader Association) en worden door de meeste fabrikanten gerespecteerd. Waarbij het CV-Adres de identiteit van de CV is die we willen raadplegen of bewerken. En CV-Waarde de uiteindelijke waarde vertegenwoordigt. Verstuurd kunnen worden bijvoorbeeld de instellingen en instructies voor snelheid, richting, verlichting en geluid. Maar ook voor andere functies die op extra uitgangen een bepaalde spanning kunnen genereren. Op het decodertje van het locje van COAX staan deze extra uitgangen aangegeven als AUX1 tot en met AUX4.
Märklin biedt speciale lockaarten die in de MS2 kunnen worden geschoven en waarop dergelijke instructies kunnen worden gezet. Onderzoek leverde op dat dit smartcards volgens ISO7816 zijn, die meestal zijn voorzien van een AT24C64 EEPROM. Populair zijn momenteel die van Atmel met 32K of 64K electrisch schrijfbaar geheugen. En die verdacht veel lijken, maar dan eenvoudiger van opzet en uitvoering zijn, op je eigen bankpasje. Waar zo'n chipje op zichtbaar is en waarmee je contactloos kunt betalen. Als je even online zoekt scoor je bij een bekende Chinese koopgoot zo een setje van 10 stuks voor minder dan 15 euro, incl. porto en BTW...
Zo liet COAX me weten.
Het beschrijven van die kaartjes met verschillende instellingen zoals het adres, snelheidscurves en functietoewijzingen kan met behulp van de MS2 en een geïsoleerd stuk rails dat door Märklin programmierspoor, in het Nederlands vertaald naar programmeerspoor, wordt genoemd. En dit is nu precies wat COAX van plan is!
Codes wijzigen
Met onderstaande stappenlijst die is gebaseerd op firmware V4.15 kun je de juiste registers instellen om de verlichting aan de voorzijde en aan de achterzijde te laten branden. Versie V3.55 die eerst op de MS2 van COAX stond bleek namelijk zoals hij het noemde een beetje buggy
. En zorgde ervoor dat de MS2 zichzelf nog wel eens zomaar spontaan herstarte. Dus mocht je zelf tegen allerlei vage problemen oplopen en blijkt dan dat de firmware achter loopt dan kan een upgrade ervan nog wel eens helpen! Gewoon even een kijkje nemen op de Nederlandstalige wepstek van Märklin.
Bij het opnieuw instellen van de CV's kun je gebruik maken van de links in dit scherm geplaatste verwijzing naar de Duitstalige CV-Lijst. En voor inspiratie van het door COAX opgestelde bestand met hierin een aanwijzing hoe de wijzigingen door te voeren. En uiteenzetting van de functies en mappings. Deze is eveneens links in dit venster te downloaden.
In onderstaande opsomming de door COAX gehanteerde stappen:
1 - Verwijder het 30000 locje en ook alle andere locs van de rails of het 'programmeerspoor', de bedoeling is dat andere locs en wagons met decoders, nu niet bereikbaar dienen te zijn voor de MS2 op dit moment.
2 - Kies op de MS2 in het 'Mobile Station' menu voor 'Lok protocols', onthoudt wel even hoe dit momenteel ingesteld staat, dit dient later bij stap 11 terug gezet te worden zoals dit hier ingesteld stond. Stel dit nu in op 'alleen DCC', keer daarna terug met de 'return' toets.
3 - Zet alleen het te wijzigen 30000 locje op de rails of het 'programmeerspoor'. Selecteer met de draairegelaar van de MS2 een nieuwe lege loc. positie, op de regel onderin het scherm, de MS2 toont hierbij: 'Geen loc !'
4 - Kies op de MS2, terwijl deze 'Geen loc !' aangeeft, in het 'Loc configureren' menu voor 'Nieuwe loc' en vervolgens voor 'Handmatig invoeren'. Kies in het volgende menu bij 'Nieuwe loc: decodertype' voor 'DCC', dus geen andere protocollen actief maken nu.
5 - Daarna wil het MS2 station het locdecoder CV adres weten van het nieuwe DCC 30000 locje. Vanaf de fabriek staat dit standaard ingesteld op DCC adres 3, als het locje ondertussen een ander DCC locadres heeft, dan uiteraard dat andere DCC locadres hier gebruiken. Daarna op het 'Vtje', de 'accoord' toets drukken, het locje zal door te knipperen met de lampjes aangeven dat het gelukt is.
6 - Hierna dient deze 'nieuwe loc' een naam te krijgen in de MS2, letter A staat te knipperen en de letters B en C staan rechts in beeld. Deze loc. naam is in te stellen naar wens, een snelle druk op het 'Vtje', de 'accoord' toets is genoeg als deze nieuwe 'ABC' loc. naam accoord is, want deze nieuwe DCC loc. is toch maar voor tijdelijk gebruik aangemaakt in de MS2. In mijn eigen testsituatie heb ik deze DCC loc. overigens 'TEST DCC LOC' genoemd.
7 - Kies een 'loc-symbool' voor de nieuwe DCC loc., het bovenste 1e symbool is prima maar elk ander symbool is ook goed, een klein 3 asser stoomloc symbooltje is natuurlijk voor het gezicht wel het mooist, voor de werking maakt het niets uit.
8 - Er is nu een nieuwe loc. bijgemaakt, met de hierboven gekozen loc. naam: 'TEST DCC LOC', met de loc naam: 'ABC', of een andere naam. Met de draaiknop snelheidsregelaar op de MS2 nu eerst even checken of dit locje ook kan rijden, als dat gebeurt, dan is het goed.
9 - Nu zijn we klaar om de CV waardes in te gaan stellen zodat alle nieuwe functies in het 30000 locje mogelijk worden. Kies daarna in het menu: 'Loc configureren' voor 'CV programmeren'.
10 - Nu dienen de juiste nieuwe waardes op de aangegeven CV adressen in het locje geprogrammeerd te gaan worden met de waardes uit 2 tabellen. Check eerst nog even of het locje helemaal alleen op de baan of programmeerspoor staat, niet rijdt en er geen enkel lampje van dit locje brandt, anders lukt het programmeren niet. Dit programmeren gebeurt steeds in 3 stappen bij elke CV waarde, alles gebeurt met de + en - toetsen, het 'V-tje', 'accoord' of de 'Return' toets. STAP 1 is het gewenste CV adres in stellen, STAP 2 is de huidige waarde uitlezen en STAP 3 de nieuwe waarde programmeren. Het locje zal door te knipperen met de lampjes aangeven dat het programmeren gelukt is. Gebruik het door COAX ingesloten document voor de exacte CV waardes overal.
11 - Hierna is het klaar, de tijdelijke DCC loc met de: 'ABC' naam (of andere eigen: 'TEST DCC LOC') kan beter nog even blijven bestaan in de MS2. Verwijderen kan op een later moment altijd nog als alles helemaal klaar en werkend is.
12 - In het 1e 'Mobile Station' menu, de oude protocol keuze waarde weer terug zetten zoals die eerder bij stap 2 ingesteld stond.
13 - Nu weer het standaard MFX '89.009 DB' locje uit de loc. lijst onderin de MS2 selecteren, even checken met de draairegelaar of het locje rijdt en zo ja, dan is het nu nog noodzakelijk om in de MS2 dit reeds bestaande '89.009 DB' locje, aan te gaan passen zodat alle nieuwe functies die er hier bijgemaakt zijn, aangestuurd vanuit de juiste functie toetsjes, ook daadwerkelijk gaan werken. Uiteraard is het aan een ieder om eventueel afwijkende functiesymbolen te gebruiken, COAX gebruikt de 2 horizontale pijltjes voor RS en de 2 verticale pijltjes voor ABV, vaak wordt hier ook het slak symbool voor gebruikt.
14 - Als alles helemaal klaar en werkend is, is het verstandig voor toekomstig gebruik, deze loc. te bewaren op een zogenaamde loc. kaart. Op dit moment staat hij wel helemaal goed naar wens geconfigureerd in de MS2 maar deze MS2 raakt soms wel eens locs. kwijt, dan is een back-up erg handig en als het locje meegenomen wordt naar een andere baan zijn dan ook direct de huidige loc. gegevens beschikbaar zodat het locje daar direct rijklaar is.
Voor hen die het naadje van de kous willen weten kunnen links in het scherm de Modificatie Aanwijzing van COAX downloaden. Nou, als dat géén gemak is...
Hak en breekwerk
Na wat geëxperimenteer om in de beschikbare ruimte de bedrading zo goed mogelijk kwijt te kunnen zijn in de achterzijde van het locje in totaal een vijftal LEDjes geplaatst. Drie witte en twee rode mini-exemplaren. De drie witte zijn in serie met een weerstand op de LH-achterkant-licht-uitgang van de decoder aangesloten, de 2 rode zijn in serie met een weerstand op de AUX1-uitgang van de decoder aangesloten. Voor de witte mini-LEDjes werden er 3 exact in het midden zittende 2 mm gaatjes met behulp van een handboortje aan de achterzijde geboord. Vervolgens zijn boven de twee onderste gaatjes voor gebruik van de rode mini-LEDjes eveneens een tweetal gaatjes van 2 mm geboord.
Nadat van de voorzijde het originele doorzichtige kunststof lichtgeleidertje aan de binnenkant van het lochuis voor de distributie van de witte voorzijde verlichting en het originele 18V lampje zijn verwijdert. Zijn hier eveneens een vijftal LEDjes geplaatst. De drie witte mini-LEDjes zijn in serie met een weerstand op de LV-voorkant-licht-uitgang van de decoder aangesloten en de 2 rode in serie met een weerstand op de AUX2 uitgang. De 3 witte LEDjes zitten in de bestaande gaatjes voor de koplampen gemonteerd. Vlak naast de 2 onderste gaatjes van de witte koplampen zijn voor gebruik van de 2 rode mini-LEDjes aan de voorzijde, ook een tweetal gaatjes van 2 mm geboord.
Voor de simulatie van de inwendige vuurkast en de machinistenhuis binnenverlichting is een klein stukje experimenteerprintplaat, afmeting 3 bij 7 gaatjes, gebruikt. Dit is ondersteboven (soldeereilandjes zichtbaar) ingelijmd in een klein bultje bovenin het machinistenhuis waar het precies past. De 3 witte SMD LEDjes in serie voor de binnenverlichting konden zo mooi robuust en stootvast, direct tussen de soldeer printeilandjes worden gesoldeerd. Voor de vuurkast simulatie zijn 2 standaard 3 mm oranje LEDjes gebruikt, die zo dicht mogelijk op dit printplaatje gesoldeerd zijn, zodat ze niet in de weg zitten met de motorbehuizing daar direct onder.
Alle voorschakelweerstandjes zijn proefondervindelijk vastgesteld. Bij de drie witte LEDjes, voor de A-frontsein voor- en achterzijde verlichting worden serie voorschakelweerstandjes van 12K gebruikt waar zo'n 0,75 mA doorheen loopt en bij de twee rode achterlicht LEDjes, zowel aan de voor- als de achterzijde, worden voorschakelweerstandjes van 4K7 gebruikt. Dit is goed voor ruim 2,79 mA.
In serie met de 3 witte SMD machinistenhuis binnenverlichting LEDjes zit op het miniprintje bovenin een voorschakelweerstand van 1K waar 8 mA doorheen loopt. De 2 oranje vuurkast simulatie LEDjes op datzelfde printje hebben een 1K5 serie weerstand waar 8,6 mA doorheen loopt.
Nog even over al die mini-LEDjes bij de voor- en achterzijdeverlichting: dat zijn 2 mm ronde kop-uitvoeringen met een afgeplatte kop en compleet met pootjes.
In bovenstaand filmpje het resultaat van de ingreep op de voorzijde en de achterzijde van de gemodificeerde Märklin 30000. Vooruit rijdend wordt de witte verlichting ontstoken. Achteruit de rode. Alle LEDjes geven door de relatief lage stroom een niet te fel, maar ook weer niet te zwak, lichtschijnsel. En hiermee ligt het locje weer op het juiste spoor!