De NL7609 eenheid is elektrisch hetzelfde als de NL7309 maar in tegenstelling tot deze laatste is deze voorzien van een chassis. Ik kies er dus niet voor om de mengeenheid ergens op de bodem of achterwand van de kast te monteren. Maar hiervoor op het front een plekje ter breedte van een enkel frame op te offeren.
De-solderen
Omdat alle elektrische componenten worden gewisseld met modernere uitvoeringen kan ik de hele printplaat behalve de printpennen eens goed schoonvegen. Ik doe dit met een temperatuurgeregelde soldeerbout en een tinzuigertje. Alle onderdelen behalve de printpennen worden zo stuk voor stuk verwijderd. De transistors en de condensatoren heb ik opzij gelegd want ik wil hieraan nog wat metingen verrichten. Vervolgens is de koperzijde van de print met een platte vijl zo goed mogelijk van oude soldeertin resten ontdaan. Voorkomen moet worden dat printbanen door het de-solderen van het drager materiaal, ik neem aan een soort van epoxy, oververhit raakt en het koper hiervan los raakt. Geen idee hoeveel risico ik hierop loop maar het geeft mij een beter gevoel. Vervolgens heb ik het printje met wat WD40 ingespoten en met een oude tandborstel en schuurmiddel schoongeboend. De aanwezige printpennen zijn met behulp van een klein staalborsteltje schoongemaakt. En wel zodanig dat deze weer glimmen want deze waren in de tijd nogal zwart geworden.
Meten is weten!
Omdat ik nu wel eens, redelijk,.. precies wilde weten in welke staat de los gesoldeerde componenten verkeerden besloot ik met een tweetal test apparaatjes die ik in mijn bezit heb een paar metingen te doen. Nu geloof ik niet dat de uitslag heel accuraat is maar waar het mij om gaat is de oude componenten met de nieuwe te kunnen vergelijken. Ik heb hiertoe de beschikking over een internationaal gezelschap, namelijk een Chinees en een Taiwanees.
De eerste is een TC1 multifunctioneel testertje. Een simpel apparaatje uit China dat je met behulp van de USB aansluiting kunt opladen en waarop je het te testen component kunt aansluiten die dan door het apparaat, middels een klein LCD schermpje, wordt uitgelezen. Ik gebruik deze vaak om componenten te matchen want de exacte meetwaarden doen er dan niet zo toe. Ik verwacht eerlijk gezegd van een dergelijk doosje sowieso geen grote nauwkeurigheid maar leuk is wel dat dit apparaatje per aansluitpoot de functie ervan kan aangeven. Zo maakt het doosje onderscheid tussen verschillende typen componenten zoals diodes, weerstanden, condensatoren, transistoren en FET's. En geeft hierbij ook de polariteit aan, of bij transistoren, dat het een PNP of NPN exemplaar betreft. Als je wat langer met het dingetje aan de slag bent merk je dat het van belang is het testvoltage bij verschillende tests zoveel mogelijk identiek te houden. In mijn exemplaar is dit zo'n 4,15 Volt als de groene indicatie-led brandt. Alle componenten worden dus bij deze spanning gemeten.
Het andere apparaat is een Voltcraft LCR 9063. Wat de testspanning van de Voltcraft is weet ik zo niet maar de gebruiksaanwijzing geeft op dat bij een batterijspanning van rond de 7,7 de 9V batterij moet worden vervangen. Een testspanning van de 5 volt lijkt me dan wel aannemelijk. Of dat er eigenlijk iets toe doet weet ik eigelijk niet eens zo realiseer ik me terwijl ik dit stukkie op pen... De uitlezing wordt op een simpel LCD schermpje weergegeven. Niets meer en niets minder. Geen verdere uitleg dus. Jammer is wel een beetje dat het meetbereik in het capacitief gebied gelimiteerd is tot 200uF. Niet om echt wakker van te liggen want over het algemeen worden dit soort capaciteiten toch alleen nog maar bij voeding afvlakking en ontkoppeling gebruikt en dan kijken we niet op een uFje meer of minder.
Transistoren
Ik had de vier gedemonteerde BC549B transistors apart gehouden omdat ik deze eens met nieuwe (Philips) exemplaren wilde vergelijken. De reden voor het doormeten van die ouwe dingen is dat ik in fora van audiofielen vaak lees dat de nieuwe generatie transistors veel beter presteert dan de oude. Zo zouden ze minder ruis produceren, minder spreiding vertonen en 'steiler' zijn. Ik ga hier even aan de nu glazig kijkende kijkbuislezertjes niet uitleggen wat dit allemaal betekent maar het komt erop neer dat de moderne uitvoeringen beter zouden zijn.
Onderstaand een tabelletje van de spreiding in karakteristieken van oude BC549B transistoren onderling en ter vergelijk de nieuwe (Philips) exemplaren.
BC549B Oud (meetspanning 4.15V) | ||||
---|---|---|---|---|
Hfe | 391 | 310 | 447 | 302 |
Ube | 668 mV | 679 mV | 678 mV | 678 mV |
Ic | 3.5 mA | 2.7 mA | 4.0 mA | 2.7 mA |
Opvallend is dat de oudere exemplaren een lagere Ic hebben en in een aantal gevallen niet zo'n klein beetje ook. Waarschijnlijk logisch want de componenten in zo'n zelfbouw pakketje, zeker in die tijd, en dan heb ik het over de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, waren niet 'gepaard'. En wat dat voor een effect heeft als je tijdens een reparatie één kanaal van een nieuwe tor voorziet blijkt wel uit het reparatieverslag van de volgversterker van Leen. Het kanaal met de oude transistor gaf duidelijk minder signaal af dan het andere met het nieuwe exemplaar. En plaatsen van twee gepaarde exemplaren verbeterde de situatie aanzienlijk, sterker, het klonk toen gewoon goed in balans. Toegegeven, Eli had ook de condensatoren gepaard. Of het heel veel heeft uitgehaald weet ik natuurlijk niet maar als het niet schaadt... of hoe luidt dat spreekwoord ook alweer.
BC549B Nieuw (meetspanning 4.15V) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hfe | 426 | 426 | 325 | 427 | 427 | 427 | 427 | 428 | 427 | 316 |
Ube | 691 mV | 691 mV | 670 mV | 686 mV | 686 mV | 685 mV | 685 mV | 682 mV | 686 mV | 662 mV |
Ic | 6.1 mA | 6.1 mA | 3 mA | 6.1 mA | 6.1 mA | 6.1 mA | 6.1 mA | 6.1 mA | 6.1 mA | 2.9 mA |
Achteraf heb ik wel een beetje spijt de gemonteerde eenheid niet eerst te hebben doorgemeten voordat deze werd gesloopt. Aan de andere kant, wat dit met mijn gelimiteerde meetmiddelen had opgebracht weet ik niet. Van de tien door mij nieuw aangeschafte BC549B's (met eenzelfde opdruk) heb ik er vier gepaard en deze zullen in de nieuwe uitvoering van de eenheid worden gemonteerd. Twee stuks met een Ube van 691 mV twee met een Ube van 686 mV.
Condensatoren
Over condensatoren gesproken, ik was wel benieuwd wat een test van deze componenten op zou leveren. En eerlijk is eerlijk, Eli sloeg bijna op tilt toen ie de meetresultaten op een rijtje had gezet...
Oude condensator | Nieuwe condensator | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Schema | TC1 (4.15V) | LCR-9063 | Geplaatst | TC1 (4.15V) | LCR-9063 | |
C1 | 3,3 uF/25V | 11.68 uF/VL 13%/ESR 17 ohm | 2,7 uF | 3274 nF/VL 0.6%/ESR 2.0 ohm | 3.23 uF | |
C101 | 3,3 uF/25V | 14,80 uF/VL 12%/ESR 16 ohm | 2,7 uF | 3,3 uF/50 V | 3529 nF/VL 0.5%/ESR 1.5 ohm | 3.30 uF |
C2 | 150 uF/25V | 190 uF/VL 0.5%/ESR 0.31 ohm | defect | 150 uF/35V | 138.6 uF/VL 0.6%/ESR 0.31ohm | 139.1 uF |
C4 | 220 uF/4 V | 301 uF/VL 5,2%/ESR 0.62 ohm | defect | 220 uF/35 V | 194,3 uF/VL 0.5%/ESR 0.28 ohm | 194,3 uF |
C104 | 220 uF/4 V | 323 uF/VL 6.2%/ESR 0.55 ohm | defect | 220 uF/35 V | 194.2 uF /VL 0.5%/ESR 0.27 ohm | 194,7 uF |
C5 | 150 uF/25V | 201 uF/VL 1,8%/ESR 0.38 ohm | 195 uF | 150 uF/35 V | 137 uF/VL 0.6%/ESR 0.42 ohm | 138,3 uF |
C6 | 3,3 uF/25V | 13,84 uF/VL 13%/ESR 19 ohm | 2,46 uF | 3.3 uF/50 V | 3372 nF/VL 0.5%/ESR 2.1 ohm | 3.22 uF |
C106 | 3,3 uF/25V | 12.39/VL 14%/ESR 17 ohm | 2,45 uF | 3,3 uF/35 V | 3364 nF/VL 0.9%/ESR 1.6 ohm | 3.22 uF |
De oude exemplaren en nieuwe exemplaren, waarvan ik alleen exemplaren geschikt voor een hogere spanning voor beschikbaar heb, zijn met de TC1 en de LCR-9063 doorgemeten. En opvallend is dat wat betreft capaciteit de oude Philips exemplaren bij meting door de TC1 steevast boven de opgegeven waarde liggen. Bij de nieuwe exemplaren was dit verschil veel minder. De LCR-9063 geeft alleen de capaciteit weer en de lagere capaciteiten weken doorgaans minder af dan de hogere. Opvallend is dat bij hele slechte exemplaren er geen uitlezig volgt. Deze worden dan als defect gezien.
Al met al waren de meetresultaten van de oude componenten niet echt vertrouwenwekkend. De VLoss van alle oudere componenten lag velen malen hoger dan die gemeten bij de nieuwe. Om over de ESR maar te zwijgen. Nou moet ik bekennen doorgaans niet zo met deze grootheden bezig te zijn en daar dus ook niet zo veel kaas van heb gegeten maar Eli heeft natuurlijk wel weer een internetmaatje die daar van alles mee heeft gedaan. En die Eli er ongetwijfeld wel het fijne van kan vertellen. Ja, je leest het goed, dat betekent bijna zeker weer een *kuch* artikeltje! Man, het kan toch niet op!
Print montage
Het zal je niet verbazen dat na het schoonmaken van de print het solderen van de componenten nauwelijks problemen heeft opgeleverd. Alle oude kool weerstanden zijn vervangen door ¼ watt - 1% metaalfilm weerstanden. En de vier BC549B transistoren door twee gepaarde setjes hagelnieuwe exemplaren.
Ontkoppeling
Alle elco's zijn nu 105 ° types. De (radiale) voedingselko's C2 en C5 zijn net zoals de elko's C4/C104 35Volt types en voorzien van een extra ontkoppeling in de vorm van een 100nF (C0G - NP0) Keramische MultiLayer Condensator (50V) met een tolerantie van 5%. Ik was eerder van plan hiervoor een standaard 100nF (polyester) folie te gebruiken maar een ouwe rot in het vak trok me over de streep. Mocht het om welke reden dan ook wenselijk te zijn een dergelijke condensator toe te passen dan kan dat altijd nog op de voedingsrail zo bedacht ik me.
De 150pF condensatoren (C3/C103) in de feedback lus is in het originele ontwerp met een standaard keramische condensator uitgerust. Ik speelde nog met de gedachte hiervoor een Styroflex type in te zetten maar veranderde ik wederom op advies van een intermaatje, die het weet!, deze voor een (C0G - NP0) Keramisch Multilayer type. Reden hiervoor is dat vooral kleine waardes relatief veel in waarde veranderen door veranderingen in temperatuur. Dit is bijvoorbeeld goed te zien wanneer je dergelijke waardes gaat meten en ze tijdens het meten vast pakt, de waarde zal dan stijgen naar mate de Styroflex opwarmt. Wat je dan dus zult krijgen is dat de frequentie waarop teruggekoppeld wordt mee zal veranderen.
Mogelijk hindert dit in gebruik helemaal niets maar aangeraden door maatje werd af te zien van Styroflex bij waarden onder de 1000pF.
In en uitgangs condensatoren
Na weken het wilde wijde web te hebben afgestruind bleek dat ik gewoon er niet in slaagde voor de in en uitgangs elko's (C1/C101 en C5/C105) een alternatief te verkrijgen dat op de print paste. De 63V 3,3 uF WIMA's die ik wilde aanschaffen hadden een steek van 5 mm. En zonder moeilijk gedoe was montage onmogelijk. Om over de leveringsproblemen nog maar te zwijgen. Natuurlijk voor een gouden prijs waren de gezochte typen te verkrijgen maar ik vond dit allemaal te ver gaan. Uiteindelijk zijn er dus gewone 50V Würth 105 ° elko's gemonteerd met hierover parallel een 100nF polypropyleen folietje. Dat was even knutselen maar is uiteindelijk toch gelukt.
Omdat ik er wel vergif op durf in te nemen dat er 'vragen' over komen, dat bouwplakband wordt gebruikt om de op de componentenzijde van de print geplaatste componenten op hun plek te houden als ik de aansluitingen hiervan soldeer. Zoals op de foto's wel te zien is gebruik ik een, jawel!, gepatenteerde soldeer hulp! De Fix Print, die ik lang geleden, verdorie, zo'n 35 jaar geleden zelfs, heb aangeschaft.
Gemak dient immers de mens...
Outer foil
Naar aanleiding van de resultaten van het *kuch* 'Outer Foil' onderzoek heb ik de vier folie condensatoren over C1/101 en C6/106 opnieuw gepositioneerd. De kant op de condensator die in de testopstelling de minste storing gaf is zwart gemaakt. Ik heb ter verduidelijking van de wijzigingen zoals de Outer Foil positie en de plaatsing van de (C0G - NP0) Keramische MultiLayer Condensator een afbeelding voor je in elkaar geprakt. Eli is immers de beroerdste niet!