Nu had ik voor mezelf aardig wat tips, truks en verbeteringen gewoon ergens in een stoffig hoekje van mijn harde schijf geparkeerd waar ik af en toe een greep naar doe maar echt publiek is dat natuurlijk niet. En tja, als het niet op het net staat kan er later weer over gezeken worden dat ut er nie stond! Dat anderen er niets aan hebben... En dát is dan natuurlijk weer héél erg jammer en moeten we zeker niet willen met z'n allen!
Toch?
Vandaar deze aanzet, die ongetwijfeld wel weer niet gelijk compleet zal blijken te zijn,.. met alle bekende mod's (da's afgekort Engels voor 'modificaties') en tips en trucs voor gebruik van de mengpaneel eenheden voor zelfbouw van Philips. We beginnen, om er een beetje in te komen, met een opvallend feitje:
Dubbel, tweekanaals of stereo?
Opvallend is dat Philips enige tijd verschillende termen voor aanduiding van het aantal kanalen van een mengeenheid hanteerde. Uiteindelijk waren 'stereo' uitvoeringen de eenheden met één stereo potmeter, doorgaans van het schuiftype. En 'dubbele' de uitvoeringen met twee (mono) schuiven en verdween de term 'tweekanaals'.
Componentkeuze
De originele componenten zijn in veel gevallen meer dan 40 jaar oud en het zal je niet verbazen dat er dan mogelijk een aantal van zijn versleten. Ook is vandaag de dag de kwaliteit beter en zijn de componenten ook kleiner. En dat kan allemaal reden zijn deze oude componenten te vervangen voor hagelnieuwe. Buiten dat is er ook sprake van ontwerp ontwikkelingen die bijvoorbeeld een andere opstellingen verantwoorden.
Of het helpt?
Tja, dat is vaak afhankelijk van de situatie. Het ruispeil en de mate van vervorming bij gebruik van een moderne kwaliteits microfoon op een volledig gereviseerde mengpaneel eenheid zou, in vergelijk met een traditionele opstelling, best behoorlijk kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor lineaire ingangen waarop CD spelers worden aangesloten. Het ironische van dit soort modificaties is natuurlijk dat je pas iets over het resultaat kunt zeggen als je die hebt doorgevoerd... Het is een kwestie van veel beetjes bij elkaar.
Vind je dat niet de moeite dan hoeft het allemaal dus niet!
Elco's
Bij oude eenheden mankeert vaak van alles aan de in en uitgangs-elco's. Met name de 3,3µF exemplaren zijn berucht. Je kunt natuurlijk alleen de uitgedroogde en opgebolde exemplaren vernieuwen maar zelf vernieuw ik altijd alle elco's. De ingangsexemplaren van 3,3µF kun je, om het frequentiebereik iets te verbeteren, verhogen tot 4,7µF als je ze toch wisselt.
Elco's die de voedingsspanning bufferen vernieuw ik het liefst met low ESR (105 ℃) typen en hierover plaats ik standaard een bypass-condensator. Voor alle elco's geldt dat je rustig een hogere spanning mag toepassen. Met name voor de bufferelco's is dat interessant want in een aantal Philips zelfbouw eenheden konden deze destijds best wel wat ruimer worden gekozen.
Keramisch
In een aantal eenheden komen keramische condensatoren voor en deze vernieuw ik standaard door C0G-NP0 keramische multi layer condensatoren. Meet ook bij deze types voor de grap eens de outer-foil. Je weet nooit...
Bypass condensatoren
Plaats bypass condensatoren, waarvan de outer-foil is vastgesteld, van 100㎋ over brugcellen en bufferelco's. Ga je voor platina dan plaats je deze ook over de in en uitgangs elco's (van de signaalweg).
De genoemde waarde van 100㎋ is trouwens niet zomaar gekozen zoals uit bijgaand diagram blijkt. Als we uitgaan van complexe impedanties blijkt dat deze waarde in veel gevallen een extra ontkoppeling van de hogere frequenties waarborgt.
Nou werken die Philips mengpaneeleenheden wel niet in dit frequentiegebied maar het zal je aan de hand van dit diagram nou ook weer niet verbazen dat in Microwave apparaten ontkoppeling condensatoren van 100pF worden gebruikt.
Outer Foil
De grotere folie typen van Philips, de befaamde Engelse drop condensatoren, zijn doorgaans van een goede kwaliteit en die hoeven eigenlijk niet gewisseld te worden. Ook hebben ze over het algemeen nauwelijks last van het outer-foil effect (deze met een stift markeren en plaatsen aan de massa-kant). Zie hiervoor de beschrijving die ik eerder heb opgesteld. Wissel je ze wel, bijvoorbeeld omdat ze beschadigd zijn. Pak dan als het even kan MKP of MKT uitvoeringen. Heb je ruimte gebrek of wil je goedkoper, dan kan polyester.
Blijf letten op de outer-foil!
Metaalfilm weerstanden
Mocht je er echt zin in hebben pak je de weerstanden mee en plaats je hiervoor ruisarme typen zoals metaalfilm. Let echter wel op met hoger wattage weerstanden! In een aantal eenheden komen deze voor en deze kun je het beste laten zitten. Je herkent ze omdat ze doorgaans dikker zijn dan de standaard toegepaste exemplaren.
Equivalenten
In de Hobbyskoop 20 - blz 11 is een overzicht van equivalente transistoren opgenomen die eigenlijk vandaag de dag nog steeds gehanteerd kan worden.
Helaas zijn vandaag de dag de oude FET types steeds moeilijker te vinden en zijn deze vaak gewisseld met moderne SMD equivalenten (het wachten is op ingekapselde SMD uitvoeringen in TO-92 behuizing...;-). Mocht je over gaan tot het leegvegen van een aantal printen dan zou je de moeilijk tot niet verkrijgbare FET en transistor typen kunnen hergebruiken. Match ze dan gelijk, je bent immers toch bezig en zoveel werk is dit nu ook weer niet. Maar wees hierbij niet al te kritisch, het gaat er om exemplaren per trap te selecteren. Als je er een stuk of 10 á 15 hebt lukt dat meestal wel aardig.
Meer dan één volgversterker
Meer dan één volgversterker (NL 7412) in een signaalroute toepassen, bijvoorbeeld om meerdere eindversterkers onafhankelijk van elkaar te kunnen uitsturen, is met een truc mogelijk maar dan moet vanwege de aanwezige mono-schakelaar wel een ontkoppeling in de vorm van een extra serieweerstand van 10KΩ op de ingang van de volgversterker worden toegepast. Dit voorkomt dat als één volgversterker in de MONO stand wordt gezet het signaal op de andere volgversterker eveneens MONO wordt.
Helaas wordt bij MONO schakeling de kanaalscheiding van alle parallel geschakelde signaalroutes wel enigszins aangepast en daalt deze tot 25dB (normaal bedraagt deze circa 60 dB). Dit getal is in dezelfde orde van grootte als bij een FM ontvanger. Plaatsing van bovengenoemde serie weerstand heeft echter ook gevolgen voor een aantal voorgaande eenheden en deze truc kan eigenlijk alleen worden toegepast bij de ruis en dreunfilter NL 3713, de limiter eenheid NL 3717 mits deze niet in de 'uit' stand staat. En de toonregeleenheden NL 7311, NL 6711 en de 3711. Voor de toonregeleenheden geldt dat de 10KΩ serieweerstand in de uitgang dient te worden kortgesloten (dus wordt vervangen met een draadbrug). Deze verhuisd dus als het ware naar de ingang van de volgversterker. Achter de mengeenheden NL 7309 en NL 7609 mag deze oplossing echter niet worden toegepast en dit maakt natuurlijk dat van een modulaire inzet van eenheden geen sprake meer is.
Beter is het daarom bovenstaande modificatie te laten voor wat het is en te kiezen voor plaatsing van een emittervolger tussen alle eenheden en de volgversterker. Deze is als zelfbouwpakket R 6915 verkrijgbaar maar kan natuurlijk ook gemakkelijk zelf worden nagebouwd en zonder problemen achter alle andere eenheden worden geplaatst.
Vanwege de lage uitgangsimpedantie van de emittervolger kan met plaatsing van de 10KΩ serieweerstand in de ingang van de PC uitvoering van de volgversterker worden volstaan en is het probleem verholpen. Echter, in de PCN uitvoering van de volgversterker is deze modificatie al door Philips uitgevoerd. In het schema hiervan is aan de ingang van de eenheid een 10KΩ serieweerstand geplaatst. In het schema van de oudere PC uitvoering komt deze serieweerstand niet voor en zul je deze dus zelf moeten plaatsen.
Zekerheid over de uitvoering kun je krijgen door de type aanduiding aan de koperzijde, 'PC' of 'PCN' of door bestudering van het schema.
Het spreekt voor zich dat geen gebruik van een emittervolger of serieweerstanden in de ingang van de volgversterkers hoeven te worden gebruikt als er nooit van de MONO schakelaar gebruik wordt gemaakt!
Emittervolger
Als elektrisch schema van een emittervolger hanteert Philips twee verschillende uitvoeringen. In het boek 'Mengversterkers voor zelfbouw' wordt op blz. 37 een populair en vaak gebruikt schema getoond.
Maar er kan volgens dat zelfde boekje ook gebruikt gemaakt worden van het R6915 zelfbouwpakket. Deze is eigenlijk bedoeld voor een voedingsspanning van 9-18V maar kan zonder meer ook gevoedt worden met 24V zo geeft de tekst aan.
Uit boekje | R6915 | |
---|---|---|
R1 | 680KΩ | 680KΩ |
R2 | 150KΩ | 150KΩ |
R3 | 270KΩ | 270KΩ |
R4 | 220KΩ | 220KΩ |
R5 | 10KΩ | 10KΩ |
R6 | 470KΩ | - |
C1 | 100㎋ | 100㎊ |
C2 | 10µF | 10µF |
C3 | 150µF | 10µF |
C4 | 150µF | 100µF |
TR1 | BC547 | BC148 |
Voor hen die met grote stappen snel thuis willen zijn heeft knutsel maatje André van de emittervolger zoals deze in het boekje 'Mengversterkers voor zelfbouw' (blz. 37) is afgebeeld een printje inclusief serieweerstanden voor de koppeling gemaakt. En omdat we de beroerdste niet zijn, Nee, écht niet!,. is er voor de kijkbuislezertjes van deze fan-based eenheid ook nog een echte Philips bouwbeschrijving (NL6915) geprakt!
Aanpassen eenheden
Door Philips zijn in diverse 'Hobbyskoop' en 'Philips Nieuws' publicaties aanpassingen van zelfbouw eenheden beschreven.
Verhoogde gevoeligheid NL7305
De tweekanaals (lees dubbele) microfoonversterker NL 7305 heeft een ingangsgevoeligheid van 0.5mV maar dat is voor sommige typen microfoons nog niet gevoelig genoeg. Deze kan, voor een uitgangsniveau van 250mV, door wijziging van enkele componentwaarden eenvoudig verhoogt worden tot 0.1mV. De maximale ingangsspanning bedraagt dan wel 60mV bij een maximale uitgangsspanning van 5V. En het stoorniveau wordt enigszins verlaagd. Van -59 tot -45dB.
was | wordt | |
---|---|---|
C6 / C106 | 22㎊ | vervalt |
R7 / R107 | 15KΩ | 100KΩ |
C4 / C104 | 470㎊ | 47㎊ |
C15 / C115 | 22㎊ | 47㎊ |
Verhoogde gevoeligheid NL7306 en NL7606
Om de gevoeligheid van deze volgens RIAA gecorrigeerde, in de volksmond 'platenspeler', ingangseenheden van 2,5mV te vergroten naar 1mV, dienen , zonder op kwaliteit in te hoeven leveren, een aantal componenten van waarde te veranderen.
was | wordt | |
---|---|---|
R4 / R104 | 1,2KΩ | 680Ω |
R7 / R107 | 1,8KΩ | 1,5KΩ |
R12 / R112 | 1,5MΩ | 2,2MΩ |
C1 / C101 | 3,3µF | 10µF |
C5 / C105 | 10µF | 150µF (6V) |
Plaatsing eenheden
Over de plaatsing van eenheden is soms verwarring.
Panorama
Door Philips wordt standaard aanbevolen deze altijd achter in de regelketen te plaatsen. Met de uitgang ervan verbonden aan de ingang van een NL7309/7609 mengeenheid. In deze mengeenheid dient dan echter wel de ingangsweerstand van desbetreffend kanaal (R1/6 en R101/106) van 100KΩ met een draadbrug te worden overbrugd.
Het verdient aanbeveling de bekabeling van desbetreffend ingangskanaal van een duidelijke indicatie te voorzien. De aansluiting is immers dan niet meer uitwisselbaar met andere eenheden!
Mocht het ontbreken van uitwisselbaarheid een bezwaar zijn dan kunnen de ingangsweerstanden (R1/6 en R101/106) in de steker van de bekabeling, aan de kant van de ingang van de mengeenheid, worden geplaatst. Een oplossing die ik in het verleden zelf ook wel eens heb uitgeprobeerd maar die logischerwijs nooit door Philips is gecommuniceerd.
Constructie
Moderne tijden moderne oplossingen. Ook voor freems zoals je voorheen schreef, oftewel frames zoals je dit vandaag de dag schrijft.
Alternatief aluminium freem
Een collega van knutselmaatje André heeft een mal in elkaar geknutseld waarmee aluminium frames voor de Philips serie mengpaneeleenheden kunnen worden gemaakt. De mal bestaat uit twee delen, een grondplaat en een blokplaat. Plaatjes aluminium van de juiste afmetingen worden met behulp van een bankschroef als het ware in de juiste vorm geperst. De randjes worden met bruut geweld omgeslagen.
De totale lengte van de mal is 117,9 mm. De twee stukken die aan de boven- en onderkant er op zijn gepuntlast zijn 2,5 mm dik. De afmetingen van de blokplaat is 115,2 bij 60,7 mm met een dikte van 3 mm. Het gebruikte materiaal voor het frame is 1 mm dik aluminium.
ALPS Schuifpots
Een nogal vaak gehoorde klacht is de vaak slechte prestaties van de Radiohm 58mm travel schuifpotentiometers van de mengpaneel eenheden. Deze beginnen na verloop van tijd, ondanks dat Philips destijds reclame maakte dat vanwege het ontbreken van gelijkspanning deze dit juist niet zouden doen, te kraken. En ook valt het geluid, vooral bij oude of vuile exemplaren, wel eens weg en beginnen ze vanwege versleten koolstofbanen steeds meer en meer te ruisen. Een goede naam hebben deze Radiohm schuifpotentiometers dus niet. En zomaar even een nieuw exemplaar plaatsen is lang niet altijd mogelijk, het is écht zoeken naar vervang exemplaren. Zonder reclame te willen maken kun je bij een leverancier als Conrad nog wel eens slagen.
Maatje Mr.Velleman besloot daarom dat het welletjes was met dat gedoe en heeft vervolgens een ALPS schuifpotentiometer op een Philips freem geproto- ehhhh... dingest. Er hoeven hiervoor in het freem per fader slechts een tweetal boorgaatje te worden geboord maar je kunt natuurlijk ook gebruik maken van een 3D freem van Suretrak. Want bij deze types is al rekening met deze modificatie gehouden.
En omdat ook Mr.Velleman de beroerdste niet is, NEE écht niet!,. heeft hij een PDF van de door hem gebruikte ALPS schuifpotmeter én een boorplan geleverd. Waarop Suretrak subiet een 3D model, met hierop de broodnodige afstandsmaten, voor een 'stereo' en een 'dubbele' uitvoering van een mengpaneeleenheid freem heeft getekend.
Nou, als dát allemaal voor de kijkbuislezertjes géén gemak is, dan weet ik het ook niet meer!
3D geprint freem
Omdat niet iedereen een zetbank en lasapparaat thuis heeft staan besloot maatje Suretrak een stapje extra te doen... en eens te kijken of die freems niet met de 3D printer konden worden nagemaakt.
En,.. jawel hoor! De eerste resultaten waren zeer bemoedigend en daarom besloot Suretrak dan maar meteen om he-le-maal los te gaan... en een hele reeks universele freems te ontwerpen die uitwisselbaar zijn met de originele!
Als eerste een setje bestanden waarmee 3D freems voor de ALPS schuifpots modificatie van Mr.Velleman kunnen worden geprint in SKP/STL en GX format. Netjes voor je verpakt in een ZIP archief!.
Laatste gerucht is dat Suretrak druk is met het 3D printen van een alternatief VU meter freem...
Draaiknoppen
De door Philips gebruikte draaiknoppen kunnen onder invloed van temperatuur en vochtigheid erg lelijk worden. Waarbij de zwarte band vaal wordt. Maatje Thomas Baur van mfbfreaks.com is hier druk mee geweest en is er na wat experimenteer in geslaagd deze redelijk eenvoudig weer toonbaar te maken.
Schoonmaken kan met een sopje maar vaak blijkt dan ook de zwarte verf op de aluminium knopjes los te laten. De oplossing is de knopjes zo goed mogelijk schoon te poetsen. En vervolgens de zwarte band voorzichtig met een watervaste stift op te frissen.