Eli liep al een hele tijd met het idee rond om een oud Philips zelfbouw mengpaneeltje dat ie ooit eens voor bijna nop had kunnen scoren met moderne componenten te upgraden maar vond eigenlijk altijd wel een excuus om er niet aan te beginnen. Uitgangspunt was dat alleen componenten ge-upgrade mochten worden. Het electrisch (principe) schema mag niet worden gewijzigd zo hield ik mezelf voor. Hiermee allerlei moeilijke vragen voor me uit schuivend...
Het bouwsel waar het om gaat is een heel leuk en praktisch ingericht mengtafeltje, keurig in een originele NL 420 K. Waarvan een zijkant is beschadigd. Verschillende plastic delen zijn afgebroken. Maar omdat ik die stukjes nog heb zal ik hiermee proberen het zijkantje te repareren.
Probleem was lange tijd dat in het tafeltje naar mijn mening één eenheid ontbrak en de pech wil dat ik hiervan ook slechts één heb. Die behoort echter tot mijn verzameling en kan dus niet worden ingezet. Ik heb het over de NL 3711, een dubbele toonregeling inclusief presence en absence regeling. Oftewel een drie-toner. Waarom ik met alle
geweld de drie-toner wilde hebben? Ik weet uit ervaring dat de standaard bass en treble regeling niet echt goed voldoet.
Althans ruim dertig jaar geleden niet en ik verwacht dat daar nauwelijks verandering in is gekomen. Mijn tafel van destijds had alleen drietoners aan boord. De eerste voor de microfoon signalen en de andere voor het som signaal. Dit had als voordeel dat ik het microfoonsignaal geheel naar eigen inzicht kon kleuren en zodoende had je, voordat je het goed en wel doorhad, als disc-jocky zo'n mooie diepbruine stem. Eerlijk gezegd was het ontbreken van die drie toner voor mij eigenlijk een beetje een excuus om niets met het tafeltje te doen. En bijna had ik em weggedaan. Totdat ik eind april van dit jaar (2016) kennis kreeg aan een kerel die zijn pa met wat ouwe Philips meuk wilde verassen. Hij bleek bij een internet maatje van me de laatste restjes van wat die weg deed bij elkaar te hebben geschooierd en hierbij zaten een aantal van de door mij zo gezochte drie toon regeleenheden. Tja, en dat kan natuurlijk niet. Ik bedoel, hij wel en ik niet? Het idee alleen al zeg!
Nee, alle gekheid op een stokje, die kerel had er totaal geen moeite mee een tweetal eenheden naar mij door te zetten en zodoende wisselde een stelletje drie-toners binnen no-time van eigenaar (thanks man!). Met als gevolg dat ik nu moet gaan bezien welke configuratie het best lijkt te passen in de NL 420 K kast.
Servicen
Als we het hebben over servicen van vintage apparatuur dan wordt hiermee minimaal het vervangen van elektrolytische condensatoren bedoeld. Oftewel het 'recappen'. Elco's, zo worden ze in de volksmond genoemd, raken in de loop der jaren nogal eens lek, drogen uit of staan bol waardoor het diëlektricum verstoord raakt en er binnenin de elco een kortsluiting tussen de verschillende lagen ontstaat. Vaak is dit te wijten aan een langdurige (over)verhitting van de condensatoren en/of het over de elco hebben staan van een fikse rimpelspanning (ook dit verhoogd de temperatuur in de elco). Het geluid dat uit dergelijke apparatuur komt is vaak wat doffer, en klinkt wat minder sprankelend. Althans dat beweren de voorstanders van 'recappen'. De tegenstanders vinden dat als het niet stuk is, je er met je vurige nagels van af moet blijven. Zij horen doorgaans geen positieve effecten na 'recappen' en als ze dat wel horen dan komt dit omdat het onderdeel stuk was. Omdat maatje Thomas Baur van MFB freaks in 2015 een zelfde mengtafeltje onder handen heeft genomen door hierin verschillende elco's te vernieuwen en hij hiermee een aanzienlijke verbetering van de geluidskwaliteit heeft gerealiseerd gaat Eli overstag en wordt het dus 'recappen'. En einde discussie, natuurlijk. Dat ook.
De vraag die je jezelf dient te stellen als je besloten hebt om te gaan 'recappen' is dan natuurlijk: vervang ik alleen de defecte exemplaren of preventief zoveel mogelijk exemplaren? En dan alleen die in de signaalweg of ook die voor de afvlakking en ontkoppeling van de voedingsspanning zorgen.
Stel, ik vervang alle elco's? Dan is de volgende vraag: met welke typen? Met precies dezelfde? Kan en wil ik de elco's met willekeurig merk vervangen. En moeten eigenschappen als capaciteit en maximale werkspanning zoveel mogelijk hetzelfde zijn als bij de originelen? Dat lijkt een inkoppertje om te beantwoorden maar elco's met een bepaalde werkspanning zijn tegenwoordig vaak kleiner van formaat dan hun neefjes uit de jaren zeventig. Ik kan dus besluiten elco's met een hogere werkspanning te gebruiken. Deze zijn kwalitatief beter en hebben vaak een gunstiger ESR.
Even een korte uitleg voor de glazig kijken kijkbuislezertjes: een elektrolytische condensator is een verre van ideale condensator. Deze heeft niet uitsluitend capacitieve eigenschappen maar ook inductieve en ohmse eigenschappen. Er is ondermeer sprake van een zeker 'lekweerstand'
waardoor een condensator een bepaalde zelfontlading zal vertonen. Een lage 'inwendige weerstand' oftewel 'ESR', dat is een
Engelse afkorting voor Equivalent Serial Resistance, is vooral van belang voor niet alleen schakelende voedingen waarbij een hoge laad/ontlaadstroom vereist wordt. Maar ook bij audio toepassingen zo hebben onderzoekers ontdekt. Sterker, er zijn er die stellen het te kunnen horen. Ja, ik weet het... weer een discussie die ik hier niet ga voeren. Ik neem gewoon kwalitatief goede elco's. Oké, zolang ze maar net zoals het origineel op de print kunnen worden geplaatst vind ik dat acceptabel, zo heb ik besloten. Oh ja, ik heb ook besloten alle elco's te vervangen. Over de te kiezen typen laat ik me adviseren door internet maatje Thomas Bauer die hier beroepsmatig dagelijk mee bezig is. Had ik al aangegeven dat hij een hele leuke internetwebstek beheert?
De volgende vraag is of het plaatsen van additionele bypass condensatoren acceptabel is. Vaak worden hiervoor MKP condensatoren van 10 tot 100nF (0.1uF) gebruikt. Bypass condenstoren worden gebruikt om binnen bepaalde plaatsen in het elechtrische schema signaal te ontkoppelen. Ze vormen voor bepaalde frequenties, bij voorkeur de storende' een kortsluiting. In geen enkel schema van de mengpaneeleenheden komen deze voor op de plaatsen waar ik ze vandaag de dag zeker zou plaatsen. Niet over de (diode) brugcel van de voedingseenheid, niet over de afvlak condensatoren van alle mengpaneeleenheden. En ook niet over de signaalvoerende elco's. Hmmm, lastig. Over het beantwoorden van deze vraag heb ik wekenlang lopen tobben. Uiteindelijk heb ik besloten dat deze mogen worden toegepast als ik dit in het te maken verslag maar duidelijk aangeef.
Wat betreft de condensatoren in de toonregeleenheden. Deze mogen voor kwaliteits onderdelen worden vervangen zolang het electrisch schema intact blijft. Dus zonder vaag hak en breekwerk op de printplaat. Alleen het verbeteren van de signaalkwaliteit is immers het uitgangspunt. Hetzelfde geldt voor de overige componenten zoals de weerstanden en de transistoren. Ik heb besloten dat de aanwezige weerstanden voor kwalitatief betere metaalfilm uitvoeringen mogen worden vervangen. En als ik dan toch bezig ben met het liefst 1% tolerantie typen. Transistoren vervang ik zoveel mogelijk voor ruisarme(re) typen. Alle overige componenten mogen alleen verwisseld worden als ze defect zijn. En dan bij voorkeur alleen met een vergelijkbaar type en kwaliteit. Geen dure ALPS schuifpotmeters dus, of meerstaps schakelaars ipv draaipotmeters... Ik heb een behoorlijke hoeveelheid schuif en draai potmeters liggen en dus lijkt mij repareren haalbaar. De rest wordt gewoon goed schoongemaakt.
Aan de slag!
Nou als ik mijn eigen verhaal eens terug lees: een dijk van een plan, al ik zeg ik het zelf. Tijd om aan de slag te gaan.